De halter
De halter: kenmerken en kwaliteitsverschillen.
In dit korte artikel wordt beschreven hoe je de kwaliteit van een halter kunt bepalen en voor welke vragen je komt te staan wanneer je zelf een halter zou willen aanschaffen. Het stuk begint met een omschrijving van de kenmerken van een powerlifting halter en gaat daarna dieper in op de verschillende kenmerken die de kwaliteit van een halter bepalen. In dit artikel worden géén specialty bars behandeld.
Een powerlifting halter of bar weegt 20 kilogram en is, inclusief de sleeves, 220 centimeter lang. De diameter van de schacht, het dunnere middelste deel van de halter, is meestal 28 of 29 millimeter, en de diameter van de sleeves, waar de schijven op gaan, is altijd 50 millimeter. De lengte van de sleeves verschilt per halter, maar ligt meestal rond de 40-42 centimeter. De lengte van de schacht is 131 centimeter. Een powerlifting bar heeft daarnaast aan weerszijden van het midden een ‘break’ in de knurling in de vorm van een ringetje: de grip marks. Tussen deze twee breaks zit 81 centimeter ruimte. Dit is de maximaal toegestane greepwijdte bij de bench press, waarbij de wijsvingers op de ringen liggen. Sommige halters hebben daarnaast nóg twee grip marks, die 5 centimeter buiten de andere grip marks en dus op 91 centimeter van elkaar zitten. Deze buitenste markering wordt vooral voor weightlifters gebruikt voor handpositie tijdens de snatch.
Er is een groot verschil in kwaliteit tussen halters. Dit artikel is duidelijk geen reclamezuil en dus worden er geen specifieke halters aangeprezen of zelfs maar genoemd. Er is echter wel een aantal zaken waar je op kunt letten bij (het aanschaffen van) een halter, om te bepalen of deze halter voldoet aan de kwaliteitseisen die gesteld worden aan een goede halter:
- De tensile strength oftewel treksterkte is het breekpunt van een halter, gemeten in pounds per square inch (psi). 165.000 psi is een minimum voor een powerlifting bar. Vanaf 180.000 psi zit je echt behoorlijk goed. De high end powerlifting bars hebben een tensile strength van meer dan 190.000 psi. Let op: de tensile strength is niet bepalend voor het gewicht waarop een halter permanent zou kunnen gaan buigen!
- De yield strength (buigsterkte) van een halter is dat wel. Dit is de druk waarbij een halter permanent gebogen kan raken. Een goede powerlifting bar buigt in bepaalde mate mee (zie onder: whip) maar raakt natuurlijk niet permanent gebogen. De yield strength van een halter ligt logischerwijs lager dan de tensile strength, meestal scheelt dat zo'n 20.000 psi.
- De maximale belastbaarheid van de halter is een waarde die in absoluut gewicht wordt weergegeven. Dit maximaal aantal kilo's waarmee de halter opgeladen mag worden, wordt bijna altijd als eerste vermeld bij de aanschaf van een nieuwe halter. Het is een aardige richtlijn voor zowel yield als tensile strength maar is ook écht niet meer dan dat. Druk is namelijk niet hetzelfde als gewicht. Je kunt misschien prima een vrij statische lift uitvoeren met een gewicht dat dichtbij of zelfs over de maximale belastbaarheid van de halter ligt zonder dat de halter permanent buigt. Maar als je diezelfde halter met hetzelfde gewicht van boven je hoofd op de grond laat kletteren is het een ander verhaal. De manier waarop je de halter gebruikt bepaalt de maximale belastbaarheid dus in grote mate. Als je een opgeladen halter bijvoorbeeld na een squat vanuit staande positie op de side racks van een cage laat vallen is de druk op het moment dat de halter de racks raakt enorm hoog, en dan kan een halter gemakkelijk permanent buigen of zelfs breken. “Leuk” zijn ook die lifters die hun volgeladen halter een paar dagen in het rack laten hangen. De druk neemt toe en je halter kan permanent verbuigen terwijl er misschien een veel lager gewicht aan hangt dan de aangegeven maximale belastbaarheid.
- De whip van de halter is de mate waarin de sleeves van de halter op en neer stuiteren wanneer de halter in beweging wordt gezet, van richting verandert of tot stilstand komt. Dus bijvoorbeeld bovenin en onderin de squat en aan het einde van de squat. De whip van een halter wordt niet alleen bepaald door het materiaal waar de halter van is gemaakt, maar ook door de dikte van de schijven die aan de halter hangen. Hoe dikker de schijven, hoe groter de whip. Of die whip in een halter prettig is is afhankelijk van de lift en van persoonlijke voorkeur. Met name meer ervaren lifters kunnen vaak onderin de squat wat momentum halen uit de whip van de halter, maar toch geldt voor de meeste squatters dat de voorkeur ligt bij halters met minder whip. Daarom worden er ook speciale squat halters gemaakt die extra stijf zijn. Dit in tegenstelling tot de deadliftbar, die juist ontzettend veel whip heeft. Voor veel deadlifters is dit prettig omdat door de whip met name bij zwaardere gewichten een deel van de load nog op de grond blijft liggen bij de aanzet van de lift.
- Het reliëf op de halter, de knurling, bepaalt hoe stevig je grip op de halter is. Knurling bestaat vaak uit twee diagonale lijnpatronen over de halter heen die elkaar kruisen en daardoor kleine ruitvormige vlakjes vormen. Hoe dieper de knurling, hoe beter je de halter vast kunt houden. Té scherpe knurling kan echter weer leiden tot beschadiging van de handen, zeker bij de deadlift. V.w.b. de squat is het van belang dat de halter ook center knurling heeft. Hierdoor glijdt de halter minder snel van de rug af.
- De spin, oftewel de mate waarin de sleeves draaien. Over het algemeen hebben olympic weightlifting bars veel meer ‘spin’ dan powerlifting bars, omdat in het gewichtheffen de halter een draai maakt. Wanneer de sleeves niet mee zouden draaien zou dat voor frictie zorgen en de lift aanzienlijk minder makkelijk maken. Voor powerlifting bars geldt dat je liever sleeves wil hebben met weinig spin. De halter draait niet (als het goed is) tijdens je lift, en draaiende sleeves zorgen potentieel voor meer instabiliteit en daarmee mogelijk ook voor meer horizontale beweging van de halter tijdens je lift. Sleeves met veel spin hebben een bearing (kogellager of naaldlager: lagers met veel beweegruimte), sleeves met weinig spin hebben een bushing (lager met weinig beweegruimte). Overigens valt er nog een subcategorie aan te brengen wanneer het gaat om de kwaliteit van de sleeves, namelijk de mate waarin de schijven makkelijk over de sleeves heen glijden maar tegelijkertijd niet te veel gaan schuiven tijdens de lift zelf. De kwaliteitshalter heeft een sleeve met een nauwelijks zichtbaar, heel licht reliëf erin. Hierdoor kunnen de schijf en ook het klemmetje dat de schijf op zijn plek houdt relatief makkelijk over de sleeve heen geschoven worden en blijven ze toch goed op zijn plek tijdens de lift;
- Het onderhoud van de halter. Een ‘gewone’ stalen halter vergt meer onderhoud dan een roestvrijstalen halter, een verzinkte halter, een zwart geoxideerde halter of (duurst) een verchroomde halter. Hoe meer anti-roest behandelingen een halter heeft ondergaan, hoe duurder de halter is maar hoe langer de halter ook zonder al te veel onderhoud meegaat. Ook de look en uitstraling van de bar kunnen natuurlijk redenen zijn om voor een bepaalde variant te kiezen. De beste powerlifting halters hebben overigens vrijwel altijd kaal staal omdat het effect van de knurling dan het grootst is.
- Natuurlijk is ook de prijs van een halter van belang voor de keuze die je maakt. Die prijs wordt echter bepaald door alle bovenstaande kenmerken en daarnaast door een stuk naamsbekendheid van het merk. Wanneer je in de sport zit for the long run is het goed om te investeren in een kwaliteitshalter en dus toch wat meer geld uit te geven. Wel kun je stellen dat de echte top end halters qua prijs (~1000 euro) vaak voor de meeste serieuze sporters niet enorm veel verschillen van de meer middenklasse prijs (~300-600 euro). Vaak betaal je bij die hele dure halters namelijk voor de merknaam en/of voor het feit dat de halters IPF-approved zijn, oftewel gebruikt mogen worden op officiële wedstrijden van de grootste internationale powerlifting bond.
Hopelijk heb je iets aan dit stukje bij het kiezen van een halter.